Speelkracht in de ‘spreekkamer’

Speelkracht in de ‘spreekkamer’
Roos Olmanst / www.thuisinjelijf.net

Ineens is er een grote lach op Els haar gezicht. ‘Dus therapie is ook plezier hebben en kunnen spelen?’  vraagt ze verwonderd, terwijl ze de poef waar we samen mee hebben gestoeid terug legt op de bank. In haar lijf is er ontspanning zichtbaar, beweeglijkheid en is er oogcontact, terwijl anders de verkramping zo zichtbaar is in haar lijf. Zo lang zijn reeds haar schouders opgetrokken geweest en was haar ademhaling nauwelijks zichtbaar, haar gezicht een pijnlijk strak masker en had ze last van een hardnekkig terugkerende migraine.  ‘Ik dacht dat het altijd serieus en zwaar moest zijn, met heel veel emoties’.

Therapie heeft vaak het beeld van zwaarte en moeilijk ‘gedoe’. Het klopt ook dat er pijn geraakt wordt, je ontzettend kwetsbaar kunt voelen, er angst of een andere emotie gevoeld wordt. Maar niet alleen het verminderen van de ‘negatieve’ emoties is het doel van therapie. Vaak wordt vergeten dat het net zo belangrijk is dat de ‘positieve’ emoties worden versterkt en bevestigd. Die geven immers de levensvreugde, en kunnen tegenwicht bieden aan het pittige werk tijdens therapie.

Spelen en trauma

Niet voor iedereen is spelen of plezier hebben een vanzelfsprekendheid. Sommigen hebben er zelfs geen ervaring mee omdat positieve gevoelens juist niet welkom waren in het gezin waar ze opgroeiden. Er was te veel onveiligheid en afwijzing. Speelsheid en plezier gaat immers niet samen met angst, spanning en alertheid. Het effect kan zijn dat mensen meteen bevriezen als er een gevatte opmerking hun richting op komt, er een neiging is tot terugtrekken en onzichtbaarheid. Hun leven staat in het teken van hard werken. Er is geen ontspanning of spelletje met de kinderen mogelijk. Ze worden letterlijk beknot in hun bewegingsvrijheid, hetgeen terug te zien is in het lichaam, spontaan bewegen is er niet bij.

In therapie is er met Els gewerkt aan de patronen die maakten dat ze niet van haar leven kon genieten. Tevens verkenden wij de mogelijkheden om die patronen te doorbreken.  Door bijvoorbeeld daadwerkelijk te spelen met houding, gezichtsuitdrukkingen en beweging, werd er onderzocht welke expressie past bij een emotie en wat het effect hiervan was op haar lichaam. Zo kon in de loop van het traject inderdaad gestoeid worden met een poef. Het klinkt zo simpel, maar voor haar betekende het een doorbraak. Te spelen en daarbij ‘prettige’ emoties te ervaren. Er ontstond steeds meer nieuwsgierigheid naar haar eigen beweging als ook naar die van mij. Ze herkende steeds meer wat er bij haar van binnen gebeurde, de fysieke sensaties van een ‘positieve’ emotie te herkennen zoals lichtheid, ruimte op haar borst, de openheid in haar ogen en plezierige spanning rondom de mond (glimlach). 

Als kind is spelen de manier om de omgeving te leren ontdekken maar ook om het eigen lichaam te leren kennen, te ervaren wat goed voelt en wat niet. Speelsheid brengt ons in beweging en ontwikkelt ons vermogen tot wederkerigheid en verbinding. Om dit gegeven fysiek uit te drukken: het opent het hart naar jezelf en naar anderen. Pat Ogden, pionier op het gebied van de somatische psychotherapie, wijdt in haar laatste boek (Sensori Motor psychotherapie) niet voor niets een heel hoofdstuk over spelen. Door het leren spelen vergroot je mede de zogenaamde Window of Tolerance. Hiermee wordt een zone bedoeld (het raampje) waarin je redelijk ontspannen kunt zijn, met je bewustzijn aanwezig en je je emoties kunt hanteren. Juist door trauma kan deze ruimte zodanig versmald zijn dat er geen enkele flexibiliteit meer mogelijk is of ruimte om anders te reageren.

De spelende therapeut?

Voor mij als therapeut zijnde is het van belang om zowel bij de cliënt als bij mijzelf aanwezig te zijn. Om voldoende veiligheid te bieden zodat de cliënt zichzelf kan ontdekken. Dat vraagt sowieso veel moed aangezien er vaak veel angst overwonnen moet worden. Binnen de lichaamsgerichte psychotherapie zal ik, naast dat wat er wordt gezegd, vooral letten op de non-verbale signalen.  De fysieke bewegingen zijn daarbij een veelzeggende afspiegeling van een innerlijke dialoog die veelal onbewust verloopt. Als het om het fysieke spel binnen de psychotherapie gaat, kan ik mij niet stil achter een tafel verbergen. Het vraagt om een actieve deelname waarin ik mijn eigen lijf en kwetsbaarheid net als de cliënt in zet.  Om daadwerkelijk samen, soms letterlijk en figuurlijk, de speelkracht te (her)vinden.